Deze week bracht een opmerkelijke wending in het wetgevingsproces met betrekking tot de ontwerprichtlijn inzake platformwerkers. Ter herinnering, dit wetsvoorstel was aanvankelijk bedoeld om de kwestie van schijnzelfstandigen die voor digitale platforms zoals Uber werken, aan te pakken, maar de discussies in het Europees Parlement waren in een sterke richting om eigenlijk bijna alle zelfstandigen die ingezet worden via EU-bedrijven, te herclassificeren als werknemers.
GTL werd in deze discussies vertegenwoordigd door de overkoepelende Europese organisatie, IRU (International Road Transport union)
GTL is vertegenwoordigd in de Taxigroep van IRU, die een duidelijk standpunt in deze discussies had aangenomen.
Dankzij de gezamenlijke inspanningen en allianties met andere EU-sectoren, is de IRU erin geslaagd de trend in de discussies in het Europees Parlement te keren. Concreet heeft de bevoegde commissie voor Sociale zaken van het Parlement (EMPL) deze week een aangepaste versie van de ontwerprichtlijn aangenomen, die hoogstwaarschijnlijk de officiële tekst van het Parlement zal worden voor de verdere onderhandelingen met de Raad. We zijn verheugd dat de leden van deze commissie zich eindelijk richt op het echte probleem. De aangenomen tekst is nu gericht op zuivere digitale platforms, waardoor reguliere bedrijven in Europa buiten het toepassingsgebied vallen.
Zo maakt de tekst tekst expliciet een onderscheid tussen digitale platforms voor ride-hailing (die onder de nieuwe regels vallen) en taxivervoer/taxicentrales die onder nationale wetgeving vallen.
Het is voor het eerst dat op EU-niveau wordt erkend dat taxicentrales geen deel uitmaken van de ride-hailingsector en anders moeten worden behandeld.
Wat het goederenvervoer betreft, zou de tekst in zijn huidige vorm alleen van toepassing zijn op platforms voor het afstemmen van vrachten tussen verladers en vervoerders. De typische eenmansvrachtwagenchauffeur valt buiten het toepassingsgebied, tenzij de matching gebeurt via een digitaal vrachtplatform.
Eenmaal binnen het toepassingsgebied is er een bepaald proces om vast te stellen of er sprake is van echte of schijnzelfstandigheid.
Hoewel het door het EU-parlement vastgestelde proces niet ideaal is en de criteria voor het bepalen van een arbeidsrelatie voor verbetering vatbaar zijn, is de huidige versie van de richtlijn voor de taxisector een goede tekst voor de verdere onderhandelingen met de Raad.
Wat deze onderhandelingen in de Raad van Europa betreft, verwacht de IRU volgend jaar dat het Zweedse voorzitterschap een algemene oriëntatie zal kiezen, waarna de onderhandelingen met het EU Parlement van start zullen gaan.
Bron: Raluca Marian, Director EU Advocacy IRU/General Delegate of the Permanent Delegation to the EU