Het EU-akkoord dat maandag bereikt werd over het statuut van de platformwerkers is een goede zaak.
Het is een succes, dat dit nog bereikt werd in de laatste spurt voor het einde van de legislatuur en voor de aankomende Europese verkiezingen van 9 juni! Dit is een goede dag voor onze taxichauffeurs, het zal bijdragen tot een eerlijker speelveld en tot verbeteringen in Europa in het algemeen. We zijn blij dat er uiteindelijk een meerderheid is gevonden om een kader te scheppen tegen de uitbuiting door digitale platforms. De Europese Unie kiest hiermee de kant van de taxichauffeurs, door hun arbeidsstatuut te beschermen en verdedigt de verworvenheden van de sociale markteconomie. De EU verzet zich tegen het ongebreidelde kapitalisme van de grote digitale platforms.
Uber liet in een verklaring weten dat de stemming van vandaag betekent dat de status quo gehandhaafd blijft, waarbij "het statuut van platformwerkers van land tot land en van rechtbank tot rechtbank bepaald blijft". Maar als dit binnen 2 jaar in alle nationale wetgevingen in Europa omgezet is, zullen bepaalde digitale platformen die de chauffeurs volledig onder gezag en toezicht hebben via geautomatiseerde systemen en met gebruik van algoritmes, wel moeten aantonen dat ze geen werknemers zijn...
We bedanken iedereen in de Europese Unie, en vooral de International Road Transport Union (IRU) die dit succes mogelijk heeft gemaakt.
Europa: 23 miljoen platformwerkers in 2022; 43 miljoen in 2025
Lees hier de analyse van Euronews: EU bereikt akkoord om de rechten bij werk voor digitale platforms beter te regelen.
De EU-lidstaten en -wetgevers zijn het maandag (11 maart) eens geraakt over nieuwe regels voor platformwerkers. Hiermee wil men de arbeidsomstandigheden beschermen en het gebruik van algoritmen bij het werk voor digitale platformen beter reguleren.
Het akkoord werd uiteindelijk toch bereikt, nadat verschillende lidstaten een politiek akkoord dat vorige maand was bereikt tussen de lidstaten en het Europees Parlement in de kiem hadden gesmoord.
De regels werden voor het eerst voorgesteld door de Commissie in december 2021 om werknemers te beschermen op apps zoals Uber, Deliveroo en Glovo, die vaak worden behandeld als zelfstandigen terwijl ze onderworpen zijn aan soortgelijke regels als gewone werknemers.
Onder de wet zal het gebruik van algoritmes voor werknemers die worden gebruikt bij platformwerk of apps transparanter worden gemaakt, waarbij ervoor wordt gezorgd dat geautomatiseerde systemen onder toezicht staan van gekwalificeerd personeel en dat werknemers het recht hebben om geautomatiseerde beslissingen aan te vechten.
"Dit is de allereerste EU-wetgeving die algoritmisch beheer op de werkvloer reguleert en Europese minimumnormen vastlegt om de arbeidsomstandigheden van miljoenen platformwerkers in de EU te verbeteren", zei Pierre-Yves Dermagne, vicepremier en minister van Economie en Werkgelegenheid van België, in een verklaring.
In de aangenomen tekst is een evenwicht gevonden tussen de eerbiediging van de nationale arbeidswetgevingen en het garanderen van minimumnormen voor de bescherming van de meer dan 28 miljoen mensen die op digitale werkplatforms in de EU werken, aldus de Raad.
De belangrijkste elementen van het compromis draaien rond een wettelijk vermoeden dat zal helpen bij het bepalen van het juiste werkstatuut van mensen die voor digitale platforms werken.
Een woordvoerder van Uber liet in een verklaring weten dat de stemming van vandaag betekent dat de status quo gehandhaafd blijft, waarbij "het statuut van platformwerkers van land tot land en van rechtbank tot rechtbank bepaald blijft".
"Uber roept de EU-landen nu op om nationale wetten in te voeren die platformwerkers de bescherming geven die ze verdienen en tegelijkertijd de zelfstandigheid behouden waarvoor ze kiezen."
Plenaire stemming
Vorige maand had Duitsland - de thuisbasis van Delivery Hero en Free Now - ervoor gekozen om zich van de stemming te onthouden, net als Griekenland en Estland. Frankrijk, dat tegen de wet is en gezegd had dat het de tekst die op tafel lag niet kon steunen.
Frankrijk en Duitsland onthielden zich daarom vandaag bij de stemming.
Tijdens de onderhandelingen stond het Parlement vooral achter een standpunt dat gunstig is voor werknemers, door het voor platforms moeilijker te maken om het wettelijk vermoeden te omzeilen en door striktere eisen op vlak van transparantie van algoritmen te formuleren en door de boetes bij overtredingen te verhogen.
De kloof tussen de twee het Europees Parlement en Raad hadden de onderhandelingen het afgelopen jaar vertraagd.
De tekst van het akkoord moet nu in alle officiële talen worden omgezet en formeel worden aangenomen door de twee Europese instellingen. Het Parlement zal naar verwachting hierover stemmen tijdens de plenaire vergadering in april.
De lidstaten hebben daarna twee jaar de tijd om de bepalingen van de richtlijn om te zetten in hun nationale wetgeving.
Bron: Euronews, 11 maart 2024